Nederland kan katalysator zijn in de onstuitbare opmars van zonne-energieZonne-energie beslaat op dit moment nog maar 1 procent van de totale energievoorziening. De laatste jaren is de groei echter spectaculair geweest, en oliereus Shell houdt er zelfs rekening mee dat het over vijftig jaar onze belangrijkste energiebron zal zijn. Gastauteurs Maarten van der Kloot Meijburg en Ruut Schalij roepen de Nederlandse overheid op om ervoor te zorgen dat ons land een prominente bijdrage aan deze revolutie levert.
Voormalig D66 leider en kinderboekenschrijver Jan Terlouw zei het jaren geleden al: ‘Er is meer dan voldoende zonne-energie beschikbaar. Dat blijkt uit allerlei wetenschappelijke publicaties. Helaas gaat 98 procent van de zonne-energie ongebruikt het heelal in.’ De laatste tijd heeft Terlouw weinig te klagen. Onder invloed van nationale stimuleringsmaatregelen is het mondiale vermogen aan zonne-energie zodanig uitgegroeid dat het nu een volwassen energiebron vormt. De markt beseft dat ook, en begint zonne-energie en batterijen steeds meer te beschouwen als de centrale elementen in de energietransitie van de toekomst.
Zonne-energie kan, in combinatie met batterijen en warmtepompen, het komende decennium voor een energierevolutie bij huishoudens gaan zorgen. Om die revolutie te laten slagen, moet er in Europa echter veel nadrukkelijker op deze transitietechnologieën worden ingezet. Nederland zou daarin het voortouw moeten nemen. Ons land zou dan het imago van zorgenkindje in de overgang naar duurzame energievoorziening van zich afschudden. Sterker nog: Nederland kan zich ontwikkelen tot hét Europese laboratorium voor slimme energie.
Schaalvergroting en spectaculaire kostendalingen
De miljardensubsidies waarmee Europese landen en de VS de ontwikkeling van zonne-energie de afgelopen vijftien jaar hebben gestimuleerd, hebben geleid tot schaalvergroting van de productie van zonnepanelen en voor spectaculaire kostendalingen. Deze trend zal de komende tien jaar doorzetten. Zowel in de Verenigde Staten, Europa als China zal, mede als gevolg van de klimaatafspraken in Parijs, de druk toenemen om met wetgeving de CO2-uitstoot in de energiesector terug te dringen. CO2-beprijzing zal effectiever worden, of worden ingeruild voor CO2-belastingen, en duurzame stimuleringsprogramma’s als het Nederlandse SER Energieakkoord zullen worden uitgebreid. De druk om het fossiele-energielandschap te verduurzamen zal de komende tien jaar enorm toenemen, en de markt pikt dit signaal al op. Grote energiebedrijven als Eon en RWE, splitsen hun fossiele activiteiten af en voeren hun investeringen in duurzame technologieën op. Afgaand op die marktinvesteringen, is de keuze voor de transitietechnologieën voor de energievoorziening duidelijk: zonne-energie en batterijen. De keuze voor een derde transitietechnologie, warmtepompen, wordt de laatste paar jaar ook steeds duidelijker. Mede gedreven door de enorme groei van zonne-energie, kiest de markt voor een energietoekomst waarin de huishoudelijke energievraag naar warmte en mobiliteit zal worden geëlektrificeerd en daarmee verduurzaamd.
De druk om het fossiele-energielandschap te verduurzamen zal de komende tien jaar enorm toenemen
Spectaculaire groei
Het mondiale stimuleringsbeleid heeft het afgelopen decennium tot een spectaculaire groei van zonne-energie geleid. In 1990 waren in Duitsland de prijzen voor PV(Photovoltaisch)-systemen ongeveer €14.000/kWp. Aan het einde van 2014 kostten dergelijke systemen rond de €1100/kWp — een prijsdaling van ruim 90 procent in 24 jaar. Niets voor niets groeit de mondiale capaciteit van PV-systemen spectaculair. En in Duitsland groeit zonne-energie al jaren achtereen met gemiddeld meer dan 30 procent per jaar.
Zonne-energie heeft zich de afgelopen decennia bewezen als een betrouwbare en robuuste energiebron. Hoewel het nu slechts 1 procent van de totale energievoorziening beslaat, gaat zelfs oliereus Shell er in één van zijn scenario’s van uit dat zonne-energie over vijftig jaar de belangrijkste energiebron kan worden. En zakenbank Goldman Sachs geeft in zijn recente studie The Low Carbon Economy (2015) aan dat zonne-energie zich sneller dan verwacht tot dominante energiebron zal ontwikkelen. De bank schat dat, gestimuleerd door mondiaal transitiebeleid dat mede het gevolg is van de klimaatafspraken, zonne-energie al in 2025 de grootste bijdrage zal leveren aan de nieuwe productiecapaciteit die aan het mondiale elektriciteitssysteem wordt toegevoegd.
Ook in Nederland zien we de laatste jaren flinke groeicijfers voor zonne-energie. Mede door het momentum dat door het Energieakkoord is gecreëerd, verdubbelde de capaciteit van PV-systemen de afgelopen 3 jaar van 0,6 GW naar 1,2 GW (één gigawatt is één miljoen kilowatt). Hoewel er geen formele doelstelling voor zonne-energie in Nederland wordt genoemd, mogen we uitgaan van ruim 5 GW in 2023. Dat zou echter een zeer bescheiden ambitie zijn, gezien het technische potentieel van PV in Nederland. De maximale technische capaciteit voor zonne-energie in Nederland is veel groter. In de studie Het technisch potentieel van lokale decentrale duurzame energie opwek oplossingen in 2020 die eRisk Group in 2012 voor Eneco uitvoerde, geeft aan dat het technisch potentieel een zonnecapaciteit van meer dan 100 GW mogelijk maakt. Deze cijfers worden bevestigd door de recente studie Het potentieel van zonnestroom in de gebouwde omgeving van Nederland (2014) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en adviesbureau DNV GL (voorheen KEMA), die zelfs een technisch potentieel van 150 GW mogelijk achten. Als de groeipercentages van de laatste jaren doorgetrokken worden, dan is 10 GW in 2023 goed mogelijk.
Ook in Nederland zien we de laatste jaren flinke groeicijfers voor zonne-energie
Dat is ook het doel van Het Nationaal Actieplan Zonnestroom, dat door DNV GL wordt geleid en dat breed wordt gedragen door onder meer producenten, leveranciers, kennisinstellingen, netwerkbeheerders, energieleveranciers, banken, verzekeraars en belangenorganisaties. Deze 10 GW zou goed zijn voor ongeveer 7 procent van het jaarlijkse elektriciteitsverbruik in Nederland. In haar basisscenario, dat is gebaseerd op historische groeicijfers, expertinschattingen en diverse ijkpunten, schat het PBL dat een capaciteit van 20 GW in 2030 en van 78 GW in 2050 niet alleen technisch mogelijk is, maar ook economisch realiseerbaar.
Er is dus veel meer mogelijk dan de magere ambities uit het SER-akkoord, en er moet ook meer gebeuren om een verdubbeling van de bestaande zonambities mogelijk te maken. De overheid moet een gerichte keuze maken voor zon als duurzame productietechniek, en moet een doel van bijvoorbeeld 10 GW zonnecapaciteit in 2025 aan die keuze koppelen. Het behalen van dat doel kan worden gestimuleerd met de volgende maatregelen:
Verlaagd BTW-tarief voor de aanschaf en installatie van zonne-energiesystemen, teneinde de investeringsdrempel verder te verlagen.
Schep duidelijkheid over de toekomstbestendigheid van de salderingsregeling.
Stimuleer optimaal gebruik van daken door huishoudens met een zontechnisch verkeerd dak eenvoudig te laten delen in investeringen op daken van nabijgelegen huizen.
Verklein administratieve en organisatorische drempels voor verenigingen van eigenaren en coöperaties voor het alloceren van collectief opgewekte energie aan individuele gebruikers.
Vergroot de aandacht voor zonne-energiesystemen bij het MBO-onderwijs en laagdrempelige herscholingstrajecten voor installateurs.
Schep goede voorwaarden voor de installatie van zonnepanelen bij corporatiewoningen, onder andere door woningbouwcorporaties toe te staan om de elektriciteitsvoorziening voor hun huurders te organiseren.
Op dit moment heeft slechts 1,2 procent van de corporatiewoningen zonnepanelen.
Concretiseer de richtlijn om in 2018 op alle utiliteitsgebouwen van de overheid zonne-energie toe te passen.
Nederland loopt al voorop in onderzoek naar de nieuwe generatie zonne-energiesystemen. Door extra te investeren in de ontwikkeling van die systemen kan Nederland in de toekomst een eigen zonindustrie ontwikkelen.
Door te kiezen voor zonne-energie, naast windenergie, als belangrijkste duurzame energieproductietechnologie, kan Nederland zich als Europese koploper in decentrale energievoorziening ontwikkelen. Voor zo’n energievoorziening is de ontwikkeling van opslagmogelijkheden van groot belang. Een keuze voor zonne-energie betekent dan ook een keuze voor elektrisch vervoer.
Bron :
https://www.ftm.nl/artikelen/onstuitbare-opmars-zonne-energie